DOSSIER

Leven met hitte

Clément Gaillard, oprichter van studiebureau Freio

Vorig jaar publiceerde de Franse 'Fondation du logement' een studierapport over het leed van bewoners van woningen die onderhevig zijn aan hitte. Het rapport bracht een vorm van 'zomerse energiearmoede' aan het licht waarmee bepaalde bewoners te kampen hebben. De auteurs pleitten onder meer voor een groot 'luikenplan', om de installatie van zonwering in woningen die daar niet over beschikken te vergemakkelijken door financiële ondersteuning en door het mogelijk maken om af te wijken van beschermingsmaatregelen voor onroerend erfgoed, die op dit gebied zeer streng kunnen zijn. Bijna 20 jaar na de verschrikkelijke hittegolf van 2003, die in Europa meer dan 70.000 doden maakte, toonde de 'Fondation Abbé Pierre' aan dat we de effecten van hitte op onze gezondheid nog steeds niet ernstig nemen.

De oververhitting van gebouwen duikt al sinds 20 jaar op in verschillende thermische regelgevingen, maar het is pas sinds enkele jaren dat er voldoende betrouwbare indicatoren voorhanden zijn om dit fenomeen te beoordelen. Wat in de bouwsector ‘zomercomfort’ en ‘wintercomfort’ wordt genoemd, is allesbehalve een symmetrische kwestie. Met uitzondering van enkele systemen zoals omkeerbare warmtepompen, maken ze geen gebruik van dezelfde oplossingen en hebben ze niet dezelfde fysische verschijnselen tot gevolg. Desondanks heeft het aanpakken van hitteproblemen een grote invloed op ontwerp- en renovatiepraktijken. Momenteel zijn die bijna uitsluitend gericht op thermische isolatie. Toch zijn de grenzen van thermisch comfort vandaag de dag wel degelijk in kaart gebracht.


Wat stedenbouw betreft, wordt het comfort van buitenruimten tijdens periodes van extreme hitte soms volledig vergeten of verwaarloosd onder operationele druk. Politieke, esthetische of erfgoedkwesties krijgen systematisch voorrang op klimaatadaptatie. Dat wekt de bizarre indruk dat het mogelijk zou zijn te blijven ontwerpen en bouwen zoals voorheen en dat een paar her en der verspreide interventies voldoende zouden zijn om het hitteprobleem en zijn impact op de gezondheid op te lossen. Maar of we dat nu leuk vinden of niet, dertig vierkante meter dure groene muren of vijf willekeurig geplante bomen in een openbare ruimte gelden niet als een adequate adaptatiestrategie wat de klimaatverandering betreft.


Het hitteprobleem kan echter niet alleen door bouwspecialisten worden opgelost. Veel ingenieurs en studiebureaus die het energieverbruik van een gebouw moeten evalueren, worden met dezelfde vraag geconfronteerd: hoe gebruiken de toekomstige gebruikers deze ruimten?

Bij gebrek aan bestaande beschermingen tegen de zon, moeten er dan maar ineengeknutseld worden met stukken karton of overlevingsdekens (die ook binnen nuttig zijn).

De levensstijl van de inwoners is vaak de grote onbekende. De uitdaging ligt niet alleen in het ontwerpen van hittebestendige gebouwen, inrichtingen en openbare ruimten, maar ook in het onderzoeken in hoeverre we in staat zijn om met de hitte te leven. Gebruikers van zowel privé- als openbare ruimten moeten bereid zijn hun levensstijl aan te passen tijdens periodes van extreme hitte, voor zover hun gezondheidstoestand en leeftijd dat toelaten. Overdag in de koelste kamers blijven, veel water drinken, een middagdutje doen en activiteiten naar de ochtend of avond verschuiven – dit zijn niet alleen noodmaatregelen die tijdens hittegolven moeten worden genomen, maar gewoonten die horen bij een levensstijl die aangepast is aan de opwarming van de aarde.


In dat geval wordt leven met hitte een culturele kwestie. Elke cultuur omvat een reeks gedeelde praktijken die door een gemeenschap als betekenisvol worden beschouwd. Het sluiten van luiken of het zorgen voor mensen die kwetsbaar zijn voor hitte is iets dat binnen een groep moet worden opgenomen. De zogenaamde 'Spaanse' levensstijl, waarbij activiteiten en maaltijden naar de avond worden verschoven, is hier een voorbeeld van. Zo wordt blootstelling aan de zon tijdens de warmste uren van de dag beperkt — een praktijk die bijdraagt aan de identiteit van Spaanse steden en dorpen. In sommige regio's van Algerije, zoals M'Zab, bestaat nog steeds een traditionele gewoonte om tijdens de zomernachten op terrassen te slapen. Sommige inwoners van deze regio weigeren uitdrukkelijk alle airconditioning, ondanks het feit dat deze voorziening een statussymbool is: airconditioning vlakt immers de heersende temperaturen in huis af en 'normaliseert' daardoor hun manier van wonen. Deze voorbeelden herinneren ons eraan dat er nog steeds woonculturen overleven die zich aan de hitte hebben aangepast.

"Politieke, esthetische of erfgoedkwesties krijgen systematisch voorrang op klimaatadaptatie."

Calle Sierpes, Sevilla, 1918, toen passieve verfrissing met beschermende zeilen een manier was om koelte te brengen in onze publieke ruimten


"De uitdaging ligt niet alleen in het ontwerpen van hittebestendige gebouwen, inrichtingen en openbare ruimten, maar ook in het onderzoeken in hoeverre we in staat zijn om met de hitte te leven."

Bioklimatologische renovatie in het licht van de huidige klimaatuitdagingen.

Het gevecht tegen de impact van hitte hoeft niet noodzakelijkerwijs erg spectaculair te zijn.

Het bedenken van klimaatculturen is een boeiende uitdaging. Het gaat hier om een politiek perspectief waar alle soorten beroepen bij betrokken worden. Voor ontwerpers betekent dit dat het klimaat en de preventie van hittegerelateerde gezondheidsrisico's een centrale plaats moeten krijgen in alle toekomstige renovatiewerken.
Het ontwikkelen van nieuwe klimaatculturen vereist ook een paradigmashift in ons antropocentrisch wereldbeeld: wij zijn niet de enige levende wezens die lijden onder abnormaal hoge temperaturen. Botanici zoals Véronique Mure en Caroline Mollie wijzen er steeds weer op dat een stadsboom al lijdt door het simpele feit dat hij in een stad staat geplant en vaak over belachelijk weinig ruimte beschikt voor het ontwikkelen van zijn wortels en takken. Hoewel bomen een van de vele oplossingen zijn om het stedelijke hitte-eiland effect tegen te gaan, is het toch belangrijk om te onthouden dat dit ook levende wezens zijn, en geen meubilair.


We delen onze angst voor extreme hitte met alle levende wezens. Maar angst hoeft innovatie niet in de weg te staan. We kunnen veel leren van de strategieën die andere levensvormen hebben ontwikkeld. De structuur van termietenheuvels, die voor verkoeling zorgt door natuurlijke ventilatie, of de zomerse rustperiode van mediterrane planten, waardoor ze in de zomer water kunnen besparen, zijn allemaal manieren om zich aan te passen aan de hitte.


Meer in het algemeen moeten we ons bewust worden van het feit dat er tal van levenswijzen mogelijk zijn om correct en rechtvaardig te leven in een wereld die globaal aan het opwarmen is. De uitdaging bestaat erin bewoners te motiveren om deze levensstijlen over te nemen. Nieuwe klimaatculturen uitvinden betekent ook gebruiksvriendelijke praktijken bedenken waarmee we een leefbare toekomst tegemoet kunnen gaan. De uitdaging is enorm, maar stimulerend.