©Mathieu Nicaise

DOSSIER

Open ruimte in en rond Brussel

Frédéric Rasier, Departement Omgeving – Gebiedsregisseur Vlaamse Rand

Brussel en de Vlaamse Rand veranderen in een snel tempo door bijkomende verharding, bebouwing en infrastructuur. Zo verdwijnt steeds meer open ruimte, wat leidt tot een achteruitgang van biodiversiteit, natuurlijke ecosystemen en bodemkwaliteit. Om de kwaliteit in deze dicht bebouwde leefomgeving te vrijwaren, zetten we in op de ontwikkeling van ecosysteemdiensten in een robuust en meer samenhangend Openruimtenetwerk.

"Ongebreidelde inname van open ruimte rond steden en gemeenten is op mondiaal niveau een van de redenen voor de achteruitgang van onze leefomgeving"

Samenwerken voor meer impact


Ongebreidelde inname van open ruimte rond steden en gemeenten is op mondiaal niveau een van de redenen voor de achteruitgang van onze leefomgeving. Lokale initiatieven kunnen die open ruimte beschermen, maar missen vaak expertise of ondersteuning. Of het ontbreekt aan samenwerking op een grotere schaal om meer impact te hebben. Vraagstukken rond open ruimte in dit soort randstedelijke en perifere contexten vereisen dan ook een aanpak die verder rijkt dan één wijk, buurt, gemeente of stad. In dit specifieke geval is een aanpak over de grenzen van het gewest nodig.


Het Territoriaal Ontwikkelingsprogramma (T.OP Rand) is een instrument van het Departement Omgeving. Het programma brengt verschillende actoren samen om concrete uitdagingen zoals de open ruimte in het gebied op een geïntegreerde manier aan te pakken. We bundelden de krachten met de Vlaamse Landmaatschappij, het Agentschap Natuur & Bos, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Leefmilieu Brussel en perspective.brussels om zo te komen tot een Openruimtenetwerk als onderlegger voor (boven)lokale initiatieven.


Kansenkaart


De vele plannen, visies en projecten van openruimtemakers in dit gebied tonen aan dat er best wel ambitie is en dat moeten we koesteren. Daarom legden we alle grafische weergaven van gekende initiatieven bijeen. Het lappendeken dat daaruit voortkwam, hertekenden we met behulp van een overkoepelende legende in een samenvattende kaart. Uit die kaart blijkt alvast een relatieve samenhang en spreiding, met gebieden waar meer en minder aandacht naar toe gaat. Maar ook met ontbrekende schakels - vaak in grensgebieden - waar initiatieven botsen op administratieve of bestuurlijke grenzen.


Vanuit de ambitie om individuele projecten te overstijgen, zetten we in op het ontwikkelen van een netwerk op regionale schaal in een gebied van ongeveer 25 bij 25 km. Daarbij maakten we gebruik van ecosysteemdiensten, die kunnen immers helpen om de waarde van de open ruimte beter te begrijpen. Ze helpen ook om vanuit verschillende standpunten naar de ruimte te kijken en te komen tot een meer geïntegreerde benadering van verschillende diensten die de natuur kan bieden. Voorbeelden hiervan zijn verkoeling, erosieregulering, recreatie, voedsel en schone lucht.

©Mathieu Nicaise

afbakening van het netwerk a.d.h.v. drie contouren

Een belangrijk aandeel van die diensten brachten we in kaart om de kansen en knelpunten waarmee de open ruimte kan worden versterkt in een regionaal verband, inzichtelijk te hebben. Verschillende netwerken werden uitgezet in evenveel kaartlagen: het hydrologisch systeem, het ecologisch systeem, het landbouwsysteem, de infrastructuurnetwerken, het stedelijk weefsel, het recreatief systeem, componenten rond leefbaarheid (hitte stres, lawaai, …) en bodem.


De inzichten die voortkomen uit de analyse van ecosysteemdiensten en verschillende (boven)lokale ambities hebben we over elkaar gezet in een Kansenkaart. Daarin zijn kleine, aaneengesloten en grote openruimtegebieden te detecteren - zoals het Zoniënwoud en parken - maar evenveel of zelfs meer corridors. In die corridors komen kansen samen in langgerekte strengen - niet toevallig in valleien zoals de Woluwe - en langs grootschalige infrastructuren, die typerend zijn voor het gebied.

"De inzichten die voortkomen uit de analyse van eco-systeemdiensten en verschillende (boven)lokale ambities hebben we over elkaar gezet in een Kansenkaart"

©Mathieu Nicaise

zes landschappelijke structuren: 1. de westelijke valleien, 2. het kanaal en de Zennevallei, 3. de landschapskamers, 4. het Zoniënwoud, 5. de parkvalleien en 6. de infrastructuurassen.

Een oude vierkantshoeve in Beersel in de ‘landschapskamers’ met het silhouet van Brussel aan de horizon

©Filip Claessens

Openruimtenetwerk


Let wel, een Kansenkaart is nog geen Openruimtenetwerk. Om dit te realiseren bepaalden we een aantal strategische acties, die als leidmotief kunnen dienen voor lokale openruimteinitiatieven. Het gaat om acties zoals het versterken van blauwe netwerken, het versterken van biodiversiteit en de koelingscapaciteit van publieke ruimten, de ecologische aanleg van private en publieke buitenruimten (inclusief de buitenruimten bij bedrijven), nieuwe vormen van voedselproductie, ontharding en vergroening van straten, en pleinen en de landschappelijke integratie van infrastructuur. Een gedetailleerde screening van elk deelgebied leidde uiteindelijk tot een overzicht van strategische acties en biedt tegelijk een blik op het Openruimtenetwerk - als alle acties worden uitgevoerd. Het netwerk dat daardoor zichtbaar wordt, is niet te nemen of te laten, maar vormt een vertrekpunt om samen werk te maken van de open ruimte. Het is een raamwerk, waarin lokale projecten het verschil kunnen maken om het grotere geheel te versterken.


Even boeiend is het inzicht dat verschillende van de deelgebieden getypeerd worden door gelijkaardige en vaak terugkerende strategische acties. Ze worden onderverdeeld in zes landschappelijke structuren die de synthese vormen van het netwerk: de westelijke valleien, het kanaal en de Zennevallei, de landschapskamers, het Zoniënwoud, de parkvalleien en de infrastructuurassen. (Zie het schema met de zes landschappelijke figuren.)

De ‘westelijke valleien’ in Zellik met de ring en de Nationale Basiliek van Koekelberg op de achtergrond

©Filip Claessens

Contouren


Doorheen de studie is heel wat aandacht gegaan naar betrokkenheid van verschillende stakeholders in het gebied. Naast een inhoudelijke terugkoppeling dachten we ook na over de contouren van het Openruimtenetwerk. Lijnen op een kaart zetten, ligt immers gevoelig. En hoe meer personen daarbij betrokken zijn, hoe gevoeliger. Er is altijd wel een reden te vinden waarom dat ene of andere gebied er niet of net wel bij hoort. We werkten daarom verschillende contouren uit: de kern, de omringende sites en de landschappelijke invloedzones. Ze bepalen een manier om te kunnen spreken over de kern van het netwerk, maar ook over de kansen om op zoek te gaan naar verweving in de bebouwde ruimte errond en koppelingen die gelegd kunnen worden met omringende landschappen.


De kern is veelal duidelijk afgebakend, voor een belangrijk deel gekoppeld aan corridors in valleien en vaak - maar niet altijd - bestemd als open ruimte. Hier kunnen we inzetten op de kwaliteit en de continuïteit van het netwerk door bijvoorbeeld storende elementen weg te nemen of omleidingen te organiseren, waardoor verbindingen worden gerealiseerd voor mens en natuur. Daarrond zitten tal van andere sites met ruimte voor voorzieningen zoals scholen, publieke huisvestingsprojecten, sportinfrastructuur, begraafplaatsen of overstromingsgebieden. Belangrijke delen daarvan zijn in publiek of collectief eigendom. Dit soort sites schept kansen om de open ruimte te verweven met de bebouwde ruimte, in te zetten op ontsnippering en de verbinding van alledaagse leefomgevingen in het Openruimtenetwerk. Dat netwerk gaat over in verschillende landschappelijke invloedzones daarrond die tot ver uitwaaieren buiten het studiegebied. Het gaat onder andere over de omringende landbouwgebieden (zoals het Pajottenland), bosrijke woonparken rond het Zoniënwoud en overstromingsgebieden waar kan worden ingezet op ruimte voor water en natte biotopen.


Gebiedsontwikkeling


Bij het afronden van de studie in de Noordrand werd een dienstencentrale opgezet om de projecten van openruimtepartners te ondersteunen. Zo wordt de link gelegd tussen visievorming en realisatieprojecten die onze leefomgeving klimaatrobuuster maken. Die was echter snel uitgeput. Vandaag bekijken we verder wat mogelijk is om lokale initiatieven te ondersteunen.
De belangrijkste doelstelling is om de visie verder te operationaliseren in de projecten en instrumenten van de verschillende partners - zoals RUP’s, landinrichtingsplannen, gebiedsprogramma’s of lokale projecten. Dit gebeurt in samenwerking met lokale besturen, regionale landschappen, de provincie Vlaams-Brabant, coördinatoren van Strategische Projecten en Vlaamse partners, maar ook gebruikers, investeerders en eigenaars van openruimtegebieden.


Meer info:

 omgeving.vlaanderen.be/openplus-centrale


Studie uitgevoerd door uitgevoerd door: Buur Part of Sweco, Antea Group & Hesselteer in opdracht van het Departement Omgeving, de Vlaamse Landmaatschappij, Agentschap Natuur & Bos, Leefmilieu Brussel en perspective.brussels.


Zicht over de begraafplaats van Drogenbos met de koeltoren aan het ‘kanaal en de Zennevallei’ op de achtergrond

©Filip Claessens

Toolbox Voetgangersplan

Op 8 oktober lanceerde Voetgangersbeweging de Toolbox Voetgangersplan. Deze online handleiding is een waardevol hulpmiddel voor lokale besturen om het voetgangersbeleid in hun gemeente te verbeteren. De toolbox biedt handige tips, goede voorbeelden en beleidsinput om op een gestructureerde en effectieve manier met het thema voetgangers aan de slag te gaan.
Met de toenemende aandacht voor duurzame mobiliteit en leefbare steden is het noodzakelijk om te voet gaan mogelijk en aantrekkelijk te maken voor iedereen. De walkable city biedt tal van persoonlijke en maatschappelijke voordelen en helpt (inter)nationale doelstellingen te halen.

De Toolbox biedt een antwoord op de vragen: Waarom een voetgangersplan? Hoe begin je eraan? Wat staat erin? Je krijgt daarnaast ook een overzicht van praktijkvoorbeelden uit binnen- en buitenland. Met ideeën voor mogelijke acties en linken naar relevante tools en projecten wordt je zoveel mogelijk op weg gezet. De komende maanden en jaren groeit de Toolbox verder en wordt hij aangevuld met o.a. downloads, extra voorbeelden en een opleidingsaanbod.